Ga direct naar de contentGa direct naar de footer

Intensivering samenwerking oncologische zorg

Publiceerdatum

Samenwerken is een soort tweede natuur van zorgverleners. Vroeger dachten veel artsen de wijsheid in pacht te hebben, maar de laatste decennia is het delen van expertise en data de trend. Gelukkig maar, want het levert veel voordeel op, getuige bijvoorbeeld de stappen die zijn - en worden - gezet in de oncologische zorg in de regio.

Het Integraal Zorg Akkoord laat er geen gras over groeien: samenwerken moet. Los van die politieke push wordt er natuurlijk al vaak goed samengewerkt. ‘Maar het kan altijd beter’, verklaart oncoloog Aart Beeker de oprichting van het nieuwe regionale oncologie-netwerk OncoNoVo+ (zie kadertekstje). ‘We gaan de samenwerkingsverbanden die er al zijn in de oncologische en hematologische zorg verder bundelen. Dat houdt in: gemeenschappelijke diagnostiek- en behandelprotocollen maken, afspreken welk ziekenhuis wat doet, en dit met elkaar evalueren en verbeteren. En voor onderzoek hebben we grote patiëntenpopulaties nodig, door data te delen kunnen we meer studies doen.’

Dagelijks overleg

Tien jaar geleden werd de afdeling radiotherapie van het Antoni van Leeuwenhoek (AVL) in het Spaarne Gasthuis gevestigd. Het is een vorm van samenwerking die dagelijks zijn nut bewijst, aldus chirurg Kirsten Blaauwendraat: ‘Vanuit de Mammapoli overleg ik dagelijks met de radiotherapeut. We stemmen veel af en nemen vier keer per week deel aan het MDO. Daarnaast doet AVL veel onderzoek waarin onze patiënten participeren. Daar profiteren we direct van, nieuwe inzichten in de behandeling van borstkanker kunnen we hierdoor snel toepassen. Los van deze tastbare winst: een frisse en kritische blik van buiten, een extra check eigenlijk, op onze diagnoses en behandelplannen is ook heel inspirerend.’

Saar Clevers-Van ‘t Hof, radiotherapeut en medisch aanspreekpunt AVL, kan het beamen: ‘Onze buitenlocatie in Hoofddorp wordt zeer goed benut, bijna 25% van de zorg leveren we daar. De patiënten zijn zeer tevreden over deze samenwerking, ook vanwege zoiets simpels als het kunnen parkeren voor de ingang. We doen mee in MDO’s en de lijnen met verwijzers zijn kort. We zijn goed bereikbaar, per tumorgebied weten artsen ons te vinden. Het is optimale zorg, dichtbij huis. Toch zien we ook ruimte voor verbetering, bijvoorbeeld bij palliatie. Dat is ons doel voor dit jaar: nog meer uit de samenwerking halen.’

Prostaatkankernetwerk

Voorbeeld van een effectieve samenwerking is het prostaatkankernetwerk dat al goed in de verf staat. ‘In 2019 zijn we gestart met het centraliseren van operaties,’ zegt uroloog Sybren Rynja. ‘Uitgangspunt daarbij was dat, ongeacht waar patiënten het netwerk binnenkomen, ze overal dezelfde kwaliteit zorg krijgen. We hebben diagnose- en zorgpaden gelijkgesteld en een gemeenschappelijke dataset opgezet, zowel om bijvoorbeeld betere voorspellingen te kunnen doen, als om de terugkoppeling te optimaliseren. Dat gebeurt niet alleen topdown vanuit de academische ziekenhuizen, maar vice versa. De input van perifere ziekenhuizen is enorm belangrijk. Het is een stapeling van kennis en ervaring.’

Binnen dit netwerk is al veel gerealiseerd, aldus Rynja: ‘In het netwerk nemen we jaarlijks zo’n 12.000 prostaatbiopten af. Zo hebben we recent kunnen onderzoeken of transperineale biopten betere voorspellers voor operatieweefsel zijn dan transrectale biopten. Een andere studie onderzocht welke tracer bij een PSMA-scan beter voorspelt of er uitzaaiingen in de lymfeklieren zijn. Zulke onderzoeken zijn van direct belang voor de praktijk.’

Lerende netwerken

Louter pluspunten dus. Kun je ook te ver gaan in het samenwerken? Blaauwendraat: ‘Lijkt me niet. Het levert veel op in zowel efficiency als behandel-effectiviteit. Hoewel de richtlijn rondom de behandeling van borstkanker heel strak is, denk ik dat we toch nog meer uit de samenwerking met het AVL kunnen halen.’

Het prostaatkankernetwerk vervult in dit opzicht een voorbeeldrol, zegt ook Beeker: ‘Het is een lerend netwerk waarbinnen we mogelijke verbeteringen in zorgverlening onderzoeken. De resultaten daarvan kunnen we, ook dankzij dit netwerk, snel implementeren en volgen. En wat Sybren al aangaf: in elk ziekenhuis krijg je dezelfde zorgkwaliteit, de diagnostiek is overal gelijk en voor elke patiënt is er multidisciplinair overleg.’ Blaauwendraat vult aan: ‘Onderschat niet hoe fijn het is voor patiënten als zij in hun eigen omgeving kunnen blijven en toch verzekerd zijn van optimale zorg. Doorverwijzen is minder vaak nodig, er is een compleet team dat voor jou de beste zorg regelt.’ Rynja: ‘Het aantal second opinion-vragen is ook sterk afgenomen, die worden in feite al in het netwerk behandeld.’

Korte lijntjes

Zo is er dus alle reden om de bundeling van krachten binnen alle behandelingsvormen van kanker verder uit te bouwen. Qua organisatie en juridische afstemming zijn er nog hobbels te nemen, maar in de medische praktijk is de geest uit de fles, zou je kunnen zeggen. Of zoals Beeker het verwoordt: ‘Je leert veel van elkaar, de zorg wordt beter, en we merken dat naarmate we meer overleggen de lijntjes steeds korter worden en de snelheid van handelen dus toeneemt. Samenwerken is ontzettend leuk en inspirerend.’

OncoNoVo+

Het oncologie-netwerk waarin Antoni van Leeuwenhoek, AUMC en 13 ziekenhuizen uit Noord-Holland (No) en Flevoland (Vo) samenwerken. Het netwerk is een soort paraplu boven de oncologische en hematologische zorg, waarbinnen er ook een rol voor patiënten zal zijn bij het vormgeven van onder meer behandelplannen.